Waar ben jij trots op?

Op een gegeven moment gaf ik de klas een opdracht om op te schrijven waar ze zelf trots op waren. De jongen liep hier vast. "Ik ben alleen trots op mijn konijn" zei hij. Mijn hart brak dat hij niks positiefs over zichzelf kon opnoemen. Hier moest ik wat mee. Ik besloot om een soort kwaliteitskaart te maken samen met hem. We bespraken waar hij goed in was of wat anderen leuk aan hem vonden. Langzamerhand kon hij zelf ook wat dingen opnoemen. We spraken zijn vrienden en die vertelde waarom zij de jongen een goede vriend vonden. We liepen zelfs even bij zijn broer in groep 8 langs om te vragen waar hij trots op was. Ik zag de leerling opbloeien in dit proces. Ik gaf de kaart mee naar huis en stuurde ouders hierover een berichtje. 

Door dit moment is de relatie tussen mij en de leerling veranderd. Doordat verbinding en positiviteit centraal stonden, zag ik langzamerhand het gedrag veranderen. Het kind is zo gegroeid. Momenteel hoef ik door de dag heen het kind nauwelijks aan te spreken op zijn gedrag. Ik kan van en met hem genieten. Ook hier heb ik de visie van oplossingsgericht werken  (Cauffman & van Dijk, 2014) toegepast (verantwoorden van handelen). 

Ik heb een leerling in mijn klas die in het eerste halfjaar lastig gedrag vertoonde (spanningen en dilemma's). Hij zocht de grenzen op en haalde veel kattenkwaad uit. Ik zag veel onrust in hem. Als hij tekeningen maakte dan was het veel gekras. Ook op zijn tafel deed hij dit. Het was een zoektocht naar hoe ik hem het beste kon begeleiden (onderzoekende houding). Al vanaf het begin probeerde ik achter zijn gedrag te kijken. David McClelland (1988) laat dit visueel zien in zijn ijsbergmodel. Dit geeft weer wat er onder gedrag schuilgaat. (verantwoorden van handelen).

Tijdens de laatste PPO bijeenkomst moesten we nadenken over ons mooiste moment uit de LIO. Ik moest denken aan deze situatie. We koppelde de Vrucht van de Geest hieraan en lichtte toe welke hiervan het beste naar boven kwamen. Bij mij waren dit: liefde, vreugde, goedheid en geloof/trouw (positieve grondhouding). Toen ik dit vertelde zei Tonnis: "Het lijkt alsof je je eigen verhaal verteld". Bij het begin van mijn LIO periode (en eigenlijk door mijn hele opleiding heen) vond ik het moeilijk om trots op mezelf te zijn. Toen het jongetje niet wist wat hij zelf op moest schrijven, kon ik dat op dat moment ook niet. Grappig hoe ik dan wel anderen in zo'n proces kan begeleiden. Ik heb door PPO en door mijn coachtraject (begeleiding vanuit stage) geleerd om steeds meer mijn kwaliteiten te omarmen en wél trots op mezelf te zijn (positieve grondhouding). Dit is nog steeds een lopend proces. 


Ik vind het zo mooi en waardevol hoe het jongetje is gaan stralen en in zijn kracht is gezet. Ik vind het bijzonder dat ik hier aan bij heb kunnen dragen. Dit is de rede waarom ik het onderwijs in ben gegaan. Ik wil de kinderen ZIEN. Echt zien (visie). Er zit altijd wat onder het gedrag.  

Deze situatie kan ik aan het pedagogisch bekwaam koppelen, namelijk:

  • Kan de basiskenmerken van de leerlingen stimuleren, hen aanmoedigen en motiveren als basis voor hun (identiteits-)ontwikkeling.
  • Kan zijn onderwijs en zijn pedagogische omgang met zijn leerlingen uitleggen en verantwoorden. 
  • Is in staat tot kritische reflectie op zichzelf en de pedagogische relatie.
  • Heeft oog voor de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van de leerlingen en doet daar recht aan. 

Bibliografie

Cauffman, L., & van Dijk, D. J. (2014). De kracht van het gezonde verstand. In L. Cauffman, & D. J. van Dijk, Handboek oplossingsgericht werken in het onderwijs (3 ed., pp. 33-44). Amsterdam: Boom Uitgevers. 

McClelland, D. (1988). Human Motivation. Cambridge: Cambridge University Press.


Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin